GLOW: werken aan meer behandelopties voor het glioblastoom
De vooruitzichten voor patiënten met een glioblastoom zijn al jaren ongunstig, en de behandelopties blijven beperkt. Reden om in de GLOW-studie met een complete DNA-analyse te zoeken naar nieuwe behandelingen, in samenwerking met Oncode Institute en Hartwig Medical Foundation. GLOW-onderzoekers Marike Broekman en Mark van Opijnen: ‘Wij geloven dat deze vorm van diagnostiek de toekomst is van de oncologie.’
Geschreven door: Koen Scherders
Glioblastomen zijn de meest voorkomende kwaadaardige primaire hersentumoren en treffen in Nederland jaarlijks ongeveer 1100 patiënten. De vooruitzichten voor deze patiënten zijn ongunstig: nog geen vijfde van deze patiënten is twee jaar later nog in leven. De behandeling van een glioblastoom is de afgelopen jaren nauwelijks veranderd: ondanks intensieve chemo- en radiotherapie is de mediane overleving slechts 15 maanden na de diagnose.
GLOW-studie
De GLOW (Glioblastoma Targeted Treatment Option Maximization by Whole Genome Sequencing)-studie is een onderzoek naar nieuwe gerichte en gepersonaliseerde behandelingen op basis van het genetisch profiel van de tumor bij patiënten met een gerecidiveerd glioblastoom. De hoop is dat zo nieuwe gerichte behandelingen worden gevonden. Want die zijn hard nodig, zegt Marike Broekman, neurochirurg bij Haaglanden Medisch Centrum en Leiden Universitair Medisch Centrum, en hoofdonderzoeker van de GLOW-studie. ‘De patiënten met een glioblastoom die ik opereer, zijn vaak overleden na iets langer dan een jaar. We staan met onze rug tegen de muur.’
Marike Broekman:
‘Er is veel ruimte voor verbetering. Die kan liggen in nieuwe targets waar we gerichte therapieën voor kunnen vinden. Whole Genome Sequencing (WGS) kan helpen bij het identificeren van nieuwe targets, zodat we die kunnen gebruiken voor betere behandeling op maat.’
Dat het beloop bij alle patiënten hetzelfde is, illustreert de nood voor betere behandelopties, zegt Broekman. ‘Er is veel ruimte voor verbetering. Die kan liggen in nieuwe targets waar we gerichte therapieën voor kunnen vinden. Whole Genome Sequencing (WGS) kan helpen bij het identificeren van nieuwe targets, zodat we die kunnen gebruiken voor betere behandeling op maat.’
Welke patiënten?
De tumor groeit uiteindelijk bij iedereen terug na de behandeling, zegt Broekman. ‘We nemen tumorweefsel weg met een hersenoperatie, maar kunnen daarmee helaas nooit alle glioblastoomcellen weghalen.’ Patiënten krijgen daarna zes weken bestraling en chemotherapie, gevolgd door nog eens zes maanden chemotherapie. ‘Iedereen krijgt dezelfde behandeling’, zegt Broekman, ‘ook als we weten dat die eigenlijk niet werkt.’
Patiënten die al eerder zijn geopereerd, bij wie de tumor is teruggekeerd en die in aanmerking komen voor een tweede operatie, kunnen deelnemen aan de GLOW-studie. Daarvoor moet de verwachte kwaliteit van leven wel acceptabel blijven, zegt Broekman. ‘Een hersenoperatie is intensief en het is niet onvermijdelijk dat er uitval optreedt. Het belangrijkst daarbij is dat we in ons achterhoofd houden dat een patiënt een beperkte levensverwachting heeft. We willen dat de patiënt de tijd die hem of haar rest zo gelukkig mogelijk kan doorbrengen.’
Enthousiasme
In totaal nemen twaalf ziekenhuizen deel aan de GLOW-studie. Dat zijn alle grote neuro-oncologische centra waar de operaties plaatsvinden, maar ook de centra waar de nabehandeling plaatsvindt: alle zeven UMC’s, het Antoni van Leeuwenhoek, het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis, Haaglanden Medisch Centrum, Isala en Medisch Spectrum Twente. ‘Het is erg mooi om de samenwerking te zien tussen al deze centra die behandelingen bieden rondom glioblastoom’, zegt Mark van Opijnen, arts-assistent neurochirurgie en onderzoeker bij de GLOW-studie. ‘We merken dat het enthousiasme groot is bij onderzoekers en behandelaars. Maar ook bij de patiënten die hopen dat dit onderzoek nieuwe behandelingen mogelijk maakt. Als een glioblastoom terug is gegroeid, is de mediane overleving maar een paar maanden. Zo’n nieuwe behandeling kan er hopelijk voor zorgen dat het leven van een patiënt aanmerkelijk langer wordt.’
Sinds de start van de GLOW-studie in 2022 is het Haaglanden Medisch Centrum het eerste deelnemende ziekenhuis waar de patiëntinclusie werd gestart. Inmiddels loopt de studie in de meeste van de twaalf centra, en is in totaal bij 28 patiënten weefsel afgenomen en geanalyseerd. ‘We hebben een lange opstartfase gehad voor de studie open kon’, licht Broekman toe. ‘Het percentage operabele patiënten varieert per ziekenhuis van 5 tot 30 procent van alle patiënten met een glioblastoom. Met 1100 nieuwe diagnoses per jaar is het een zeldzame ziekte.’
Opleveren
Broekman hoopt dat de GLOW-studie de meerwaarde kan aantonen van WGS bij recidiverende glioblastomen. ‘Dat we daardoor druggable targets vinden die we anders niet zouden hebben gevonden, en dat dat kan leiden tot een andere behandeling van een glioblastoom.’ Maar ook op het gebied van onderzoek hoopt hij dat de GLOW-studie zijn vruchten afwerpt. ‘Omdat we straks veel WGS-data hebben van deze patiënten, kunnen we ook meer leren over de tumor. Daardoor komen we te weten of het zinvol is om in deze setting meer van dit soort bepalingen te doen.’
Mark van Opijnen:
‘Een gedetailleerde weefselanalyse met WGS is nieuw’, zegt Van Opijnen. ‘Hiermee halen we alles uit de kast op het gebied van diagnostiek om behandelopties te maximaliseren. We merken dat patiënten dat een prettig idee vinden. Daar doen we het onderzoek ook voor.’
Dat laatste vindt Van Opijnen een mooie gedachte. ‘Tijdens de operatie kijken we naar de opbouw van een tumor. De patholoog kijkt vervolgens naar het weefsel. De logische volgende stap is om met WGS binnen dat weefsel naar het DNA te kijken. Een gedetailleerde weefselanalyse met WGS is nieuw’, zegt Van Opijnen. ‘Hiermee halen we alles uit de kast op het gebied van diagnostiek om behandelopties te maximaliseren. We merken dat patiënten dat een prettig idee vinden. Daar doen we het onderzoek ook voor.’
Uitdagingen
De grootste uitdaging tijdens het uitvoeren van de GLOW-studie is nu nog de aansluiting op de DRUP-studie, zegt Broekman. ‘Bij patiënten die zijn geopereerd, met name diegenen met een volledige resectie van de tumor, is geen tumormateriaal meer te zien op een hersenscan. Maar je weet dat er nog cellen zitten, en dat de tumor uiteindelijk terug groeit.’ Bij deze patiënten is WGS een optie om nieuwe druggable targets te vinden. Maar omdat de ziekte op dat moment niet meetbaar is, komt de patiënt niet in aanmerking voor een middel uit de DRUP-studie. ‘We hebben het idee dat we geen goede zorg geven als we de behandeling zouden uitstellen’, zegt Broekman. ‘Er zijn wel gesprekken gaande, en we hopen dat we een oplossing vinden. Er zouden andere criteria moeten gelden voor dit soort tumoren, omdat die anders zijn dan andere tumoren. Anders leveren technieken zoals WGS resultaten op, waar we vervolgens niets mee zouden kunnen.’
Mark van Opijnen
‘Wij geloven dat whole genome sequencing de toekomst is in de oncologie.’
Een tweede uitdaging is de vertaling van de WGS-resultaten naar de patiënt. ‘Het is voor een patiënt lastig om een WGS-rapport te begrijpen, zeker als een behandelaar ook niet de kennis in huis heeft’, zegt Van Opijnen. ‘Maar wij geloven dat deze vorm van diagnostiek de toekomst is in de oncologie. Daarom willen we aansturen op educatie, zodat niet alleen neurologen en neurochirurgen, maar iedereen die betrokken is bij de zorg voor deze patiënten, beter uit de voeten kunnen met deze resultaten.’ Er is op dit gebied veel ruimte voor verbetering, vult Broekman aan. ‘We merken hoe graag alle behandelaars en patiënten betrokken zijn, en willen leren van de resultaten. Dat is een goede drive.’
Meer leren
De hoop van Van Opijnen is dat deze data onderzoekers en behandelaars meer leert over het glioblastoom als fenomeen. ‘Hoe meer je leert, hoe beter je een behandelstrategie kan aanpassen. Deze studie geeft ons hopelijk inzicht in het gedrag van de tumor en onderliggende factoren die van belang zijn.’ Broekman noemt het ‘een veld in beweging’. ‘Dankzij deze studie neemt de kennis toe. Dat kan leiden tot weer een nieuwe studie, bijvoorbeeld bij patiënten die net de diagnose glioblastoom hebben gekregen. Hopelijk zijn we zo op weg naar een meer persoonlijke behandeling, in plaats van de aspecifieke behandeling die we nu aan iedereen geven.’
‘Ik ben blij dat ik dit soort werk mag doen voor de patiënten met een glioblastoom’, sluit Broekman af. ‘Deze soort kanker is zeldzaam, maar kan iedereen treffen. De overleving is heel laag. Ik ben dus onwijs dankbaar dat Oncode deze studie mogelijk wilde maken. We zijn benieuwd wat de studie oplevert. In elk geval leren we ervan. Daar kunnen toekomstige patiënten alleen maar van profiteren.’
De GLOW-studie is gefinancierd door Oncode Institute via het Clinical Proof of Concept-programma. Het doel van Oncode Institute is om fundamenteel en klinisch onderzoek te verbinden om daarmee de verbinding tussen nieuwe wetenschappelijke bevindingen en toepassing daarvan in de zorg mogelijk te maken.
U las een artikel over het onderwerp Behandeling op maat.
Wat indrukwekkend waar jullie mee bezig zijn.
Ik hoop dat het jullie lukt om de juiste balans en behandelingen daarin te vinden.
Veel succes gewenst.